top of page

Handelt een manager onrechtmatig als hij liegt over de reden van opzegging en klanten meeneemt?

Handelt een manager onrechtmatig als hij liegt over de reden van opzegging en klanten meeneemt naar zijn eigen nieuwe onderneming, waarmee hij direct concurreert met zijn ex werkgever? De rechtbank Noord-Holland oordeelde dat dit niet het geval was.


Dit vonnis (ECLI:NL:RBNHO:2023:11713) wordt door de rechtbank Noord-Holland gewezen op 15 november 2023. De situatie was als volgt. DG Packaging is een bedrijf wat zich bezig houdt met het leveren van diensten ten behoeve van opslag en vervoer van gevaarlijke stoffen. De gedaagde was sinds 2018 werkzaam bij DG Packaging via een managementovereenkomst. Hij runde het bedrijf feitelijk samen met de bestuurder.



Eind 2021 richt gedaagde Dutch DG Services op, wat een directe concurrent wordt van DG Packaging. Gedaagde vertelt dit niet aan de bestuurder. In januari 2022 meldt de gedaagde aan de bestuurder dat zij haar werkzaamheden per 1 maart 2022 beëindigt in verband met gezondheidsredenen. Afgesproken wordt dat gedaagde de klanten van DG Packaging informeert over haar vertrek. Achteraf blijkt gedaagde te hebben gelogen over de reden van vertrek en na haar vertrek klanten te hebben benaderd van DG Packaging die naar haar nieuwe onderneming zijn overgestapt.


In een kort geding wat DG Packaging vervolgens aanspant werd in april 2022 gevorderd dat gedaagde geen klanten mag benaderen. Die vordering wordt afgewezen.


In deze bodemprocedure vordert DG Packaging een verklaring voor recht dat gedaagde onrechtmatig zou hebben gehandeld door te liegen over de reden van vertrek. De rechtbank wijst ook die vordering af.


De rechtbank vindt dat gedaagde niet onrechtmatig heeft gehandeld. Hoewel de rechtbank het met DG Packaging eens is dat het onfatsoenlijk was van gedaagde om niets tegen de bestuurder over Dutch DG Services te zeggen en het inderdaad niet netjes van gedaagde zou zijn geweest als zij over de opzeggingsgrond heeft gelogen, kwalificeert de rechtbank dit niet als onrechtmatig. Ook al was gedaagde het commerciële gezicht van DG Packaging en was gedaagde wegens haar know-how heel belangrijk voor DG Packaging, het stond gedaagde vrij om de bestuurder niet over Dutch DG Services te informeren. Gedaagde hoefde over de opzeggingsreden ook geen open kaart te spelen.


Ook vindt de rechter dat klanten en relaties door gedaagde mochten worden benaderd, omdat er geen concurrentie- of relatiebeding bestond. Daarin wordt meegewogen dat meerdere klanten al klant waren van gedaagde zelf, toen zij in dienst trad bij DG Packaging. Tot slot vindt de rechter dat geen sprake is van bedrog of misbruik van omstandigheden.

Deze uitspraak onderstreept maar weer eens het belang van het opnemen van een concurrentie- en relatiebeding in een arbeidsovereenkomst of managementovereenkomst. De drempel om te komen tot onrechtmatige concurrentie (een onrechtmatige daad), is immers hoog. De criteria waaraan voldaan moet worden volgen uit het inmiddels bijna 60 jaar oude arrest van de Hoge Raad Boogaard/Vesta (1955).


Uit dat arrest volgt dat van onrechtmatige concurrentie sprake is als: i) de voormalig werknemer stelselmatig en substantieel het duurzame bedrijfsdebiet van de voormalig werkgever afbreekt, ii) daarbij gebruikmakend van vertrouwelijke kennis of gegevens die hij bij de voormalig werkgever heeft verkregen. De omstandigheden van het geval spelen (uiteraard) ook een rol. Zoals aangegeven is de drempel hoog en neem dus bij het in dienst nemen van een medewerker het zekere voor het onzekere!


Deze blog is geschreven door mr. M. (Marcel) Smit op 13 december 2023. Mr. M. Smit is advocaat op het gebied van civiel recht en arbeidsrecht. Meer informatie kunt u lezen op www.smitadvocatuur.nl


bottom of page