Onlangs oordeelde de kantonrechter in Alkmaar dat een werknemer recht heeft op een schadevergoeding en billijke vergoeding, omdat zij vóór de proeftijd werd ontslagen als gevolg van zwangerschap, omdat werkgever hiermee een verboden onderscheid naar geslacht maakt (ECLI:NL:RBNHO:2023:11038).
Wat speelde hier
Op 6 maart 2023 solliciteert werknemer naar de functie van manager customer service bij een bedrijf in Enkhuizen wat zich bezig houdt met transport en warehousedienstverlening. Na een sollicitatieprocedure en besprekingen over de arbeidsvoorwaarden, wordt een arbeidsovereenkomst afgesproken voor de duur van één jaar met één maand proeftijd, die in zal gaan op 1 juni 2023. Dit is alleen nog op 30 maart bevestigd per email. Drie dagen na de bevestiging vertelt werknemer dat zij erachter is gekomen dat zij zwanger is. Kort daarna vindt op 5 april tweemaal telefonisch contact plaats tussen werknemer en werkgever. In een email op diezelfde dag schrijft werknemer na die gesprekken dat er sprake is van discriminatie op grond van zwangerschap.
Op 6 april schrijft de werkgever een email waarin zij aangeeft dat zij haar toch geen contract kunnen aanbieden omdat het een fulltime dienstverband is, wat problemen geeft met het ouderschapsverlof. Werkgever neemt vervolgens het standpunt in dat het voorstel voor een arbeidsovereenkomst op 5 april is ingetrokken, dan wel dat de arbeidsovereenkomst al vóór de proeftijd is opgezegd.
Juridisch
Op grond van artikel 7:646 lid 1 BW mag een werkgever geen onderscheid maken tussen mannen en vrouwen bij, onder meer, het aangaan van een arbeidsovereenkomst en de opzegging daarvan. Het maken van onderscheid op grond van zwangerschap, bevalling en moederschap is een vorm van direct onderscheid op grond van geslacht als bedoeld in artikel 7:646 lid 5 BW.
In deze wetsbepaling is tevens opgenomen dat als de werknemer feiten die het onderscheid doen vermoeden aandraagt, de werkgever vervolgens moet bewijzen dat het ontslag geen verband hield met de zwangerschap. Hiermee verschuift de bewijslast dus naar de werkgever.
Het oordeel
Werknemer geeft aan dat tijdens een telefoongesprek onder meer door de werkgever is gezegd: ‘Het is niet zo handig als je straks drie/vier maanden komt werken, dan met verlof gaat en dan weer opnieuw ingewerkt moet worden en straks ga je misschien na je verlof nog maar drie dagen werken. Wij hebben echt iemand nodig en we dachten dat het ouderschapsverlof tijdelijk was.’
Werkgever probeert zich nog te verweren, maar slaagt er niet in om de rechter ervan te overtuigen dat er geen sprake was van onderscheid naar geslacht bij opzegging van de arbeidsovereenkomst.
Uiteindelijk oordeelt de kantonrechter dat de werkgever een gefixeerde schadevergoeding moet betalen van € 10.359,63 bruto, vermeerderd met de billijke vergoeding van € 5.000,- bruto.
Voor werkgevers is het dan ook enorm belangrijk om ervan op de hoogte te zijn wanneer sprake is van verboden onderscheid tussen mannen en vrouwen. En voor werknemers is het goed om te weten dat de wetgever je tegemoetkomt als dit of iets vergelijkbaars je overkomt, omdat de werkgever vooral snel van goeden huize moet komen, om aan te tonen dat zij niet verkeerd hebben gehandeld.
Deze blog is geschreven door mr. M. (Marcel) Smit op 15 februari 2024. Mr. M. Smit is advocaat op het gebied van civiel recht en arbeidsrecht. Meer informatie kunt u lezen op www.smitadvocatuur.nl
Comments